Henk: Dit heeft mij van de bank gehaald
Het begon als een spontaan initiatief bij de geruchtmakende zoektocht naar Anne Faber. Inmiddels is het Veteranen Search Team uitgegroeid tot een professioneel opererende organisatie waarbij maar liefst 2.500 veteranen zijn aangesloten. Onder hen ook leden van de BNMO, zoals Libanonveteraan Tom Hippe. “Ik kan mezelf zo weer nuttig maken.”
Het was een telefoontje van advocaat Michael Ruperti dat, ruim vijf jaar geleden, de aanzet gaf tot de oprichting van het Veteranen Search Team (VST). Mariska van der Kraats vertelt: “Anne Faber werd gezocht en Ruperti zei: De familie vraagt om hulp van Defensie. Wat dacht jij van second best, veteranen?”
Mariska vroeg het vervolgens aan haar man Dennis, een veteraan die diende in Bosnië en Afghanistan. “Hij zei gelijk: we gaan het doen! Dus we stonden dezelfde avond nog met 35 man in het bos. Met hen hebben we zes dagen lang meegezocht. Vanuit de politie beviel het goed en veteranen die meededen waren heel positief. Op dat momenten dachten we: we maken er een stichting van.”
Vrijwilligers
Mariska en Dennis waren daarvoor al jaren actief met en op hun Facebookpagina. Mariska: “Daar kenden we Ruperti van. Er werd wel vaker een beroep op me gedaan en we hadden veel contacten. Dat heeft geholpen met het opzetten van en werven van vrijwilligers voor het VST.” Dat het initiatief zo groot zou worden, hadden ze niet verwacht. “Anders zouden we er misschien niet aan begonnen zijn”, zegt Mariska lachend. “Nee, serieus. Dan ook wel, maar het is heel arbeidsintensief. Mensen hebben geen idee wat er allemaal bij komt kijken.”
Inmiddels is het VST 24/7 inzetbaar, in nauwe samenwerking met de Politie. Het afgelopen jaar werd het team meer dan zestig keer ingezet bij het zoeken naar vermiste personen. Daarbij heeft het VST, met dank aan de sponsoren, inmiddels de beschikking over allerlei materieel. Van een jeep tot een onderwaterdrone, maar ook een biketeam, een geoanalisten team en een tracker-team. Het aantal vrijwilligers is inmiddels gegroeid tot meer dan 2.500. “Dat gaat om veteranen uit vrijwel alle uitzendingen en van alle krijgsmachtdelen.”
Pesterijen
Libanonveteraan Tom Hippe (62) is bijna dagelijks te vinden op het kantoor, annex magazijn van het VST in Huis ter Heide. ”Eind 2020 heb ik me hier aangemeld en ik ben niet meer weggegaan. Ik heb dat kameraadschappelijke gevoel van Defensie zó gemist.” In Libanon raakte hij op onfortuinlijke wijze gewond door een collega, die hem bij het inspecteren van zijn wapen dwars door zijn been schoot. “Ik was naar Libanon gegaan om de tijd te overbruggen tot ik kon beginnen met mijn opleiding aan de KMS. Door het schot viel mijn toekomst in duigen. Dat ik Defensie werd uitgegooid, was mijn grootste straf.”
Ook Libanonveteraan Henk van Polen (63) is bijna dagelijks te vinden op het hoofdkwartier van het VST. Hij werd in 1980 als technisch specialist uitgezonden, maar ook hij heeft daar weinig goede herinneringen aan. Hij had veel last van pesterijen op zijn post en werd deelgenoot van heftige ervaringen. Daaronder was een incident waarbij een Libanees met zijn auto over een kind heen reed als gevolg van de paniek die ontstond toen Van Polen met zijn militair voertuig al toeterend wilde passeren. “Ik heb mezelf altijd de schuld van dat ongeluk gegeven”, aldus de Libanonveteraan.
Kortsluiting
Van Polen werd na zijn dienstperiode vrachtwagenchauffeur en stortte zich op zijn werk en zijn gezin. Toen hij veertig jaar later door ziekte noodgedwongen op de bank kwam te zitten, speelde zijn uitzendverleden op. “Er ontstond een soort kortsluiting in mijn hoofd. Mijn vrouw zei: ‘Ga hulp zoeken of het is klaar’.” Uiteindelijk kwam hij terecht bij het Veteraneninstituut en de BNMO. Binnenkort sluit hij zijn behandeling bij Centrum ’45 af.
Bijna vijf jaar geleden kwam de Libanonveteraan bij het Bevrijdingsdefilé in Wageningen in contact met Dennis van der Kraats. Nu is hij weer als chauffeur actief en rijdt hij de bus die bij de speurtochten van het VST wordt ingezet. Van Polen: “Het heeft me letterlijk en figuurlijk van de bank gehaald. Vanaf de eerste inzet had ik zo’n goed gevoel over hoe ik werd opgevangen. Ik heb hier de kameraadschap gevonden die ik in Libanon miste.”
Inzet
Voor Hippe is het iets willen betekenen voor de maatschappij een belangrijke drijfveer bij zijn inzet voor het VST. Zijn maatschappelijke loopbaan werd door zijn dienstongeval geen succes. Zijn korte lontje bracht hem steeds verder in de problemen. Een lange zoektocht naar hulp leidde uiteindelijk, via de BNMO, tot de diagnose PTSS en een behandeling bij Centrum ’45. Als groepscommandant van het VST voelt hij zich nu als een vis in het water. “Na mijn diensttijd voelde ik me zó nutteloos. Hier kan ik mezelf weer nuttig maken.”
Dat laatste geldt ook voor BNMO-lid Martijn de Bruin (48). De genist werd meermalen uitgezonden naar Bosnië. Nadat hij in 2000 Defensie verliet, werkte hij als kraanmachinist, maar kreeg steeds meer last van zijn uitzendervaringen. “Ik merkte dat ik als mens was veranderd en dat er anders op me gereageerd werd. Maar in eerste instantie dacht ik: laat maar gaan.” De Bruin stortte zich jarenlang volledig op zijn werk en raakte op enig moment ‘helemaal van de wereld’. Nu is ook hij onder behandeling bij Centrum ’45. Hij kwam rond dezelfde tijd als Van Polen bij het VST. “Door een hernia lukt het me niet meer om mee te gaan met een inzet. Maar op het hoofdkwartier wat facilitair werk doen, bevalt me goed. Dit is een plek waar ik veilig ben. Ik kan aan herstel werken en aangeven wat ik aankan. Het is een fijne groep mensen met een heel mooi doel.”
Klachten
Van de vrijwilligers van het VST is rond de 85 procent veteraan. De overige zijn afkomstig uit andere geüniformeerde beroepen. VST-oprichter Mariska van der Kraats legt uit dat ongeveer 10 procent van de vrijwilligers kampt met klachten als gevolg van hun (voormalige) beroep. “Wij bieden ze een soort thuis dat ze elders niet vinden”. Het VST beschikt ook over een zorgprotocol dat wordt gevolgd als er tijdens een inzet een vermist persoon aangetroffen wordt. “In dat kader hebben we onder meer na de inzet ook een terugkeermoment, zodat we kunnen zien of het met iedereen goed gaat.”
Mariska heeft haar baan opgezegd om vrijwillig voor het VST te werken. Haar man Dennis werkt inmiddels als burger bij Defensie. Van zijn werkgever krijgt hij een aantal uur per week om voor de stichting te werken. Mariska: “We doen het natuurlijk voor de families van de vermisten, maar bij deze stichting snijdt het mes aan meer kanten. Veteranen voelen zich gezien en gewaardeerd, maar ook de twee werelden van Defensie en Politie komen hier samen. Dan blijkt dat de verschillen tussen die twee helemaal niet zo groot zijn.”
Meer info over het VST op www.veteranensearchteam.nl